Decreet Taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal: Een grote stap vooruit voor dove en slechthorende kinderen, maar geef hen echt absolute voorrang
Op 8 maart 2024 keurde de Vlaamse regering een ontwerp van decreet goed ‘tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wat betreft de taalafdeling Nederlands–Vlaamse Gebarentaal’. Dat ontwerpdecreet ligt op 28 maart 2024 ter bespreking voor in de Commissie voor Onderwijs van het Vlaams Parlement.
Het ontwerp van decreet zal het voor gewone basisscholen mogelijk maken een 'taalafdeling Nederlands–Vlaamse Gebarentaal’ op te richten. In die afdeling zullen dove en slechthorende kinderen, en andere geïnteresseerde kinderen, de Vlaamse Gebarentaal aanleren en de lessen kunnen volgen in het Nederlands en in de Vlaamse Gebarentaal. Een zeer waardevol en goed uitgewerkt initiatief dat de kansen voor dove en slechthorende kinderen op een volwaardige deelname aan onze samenleving ongetwijfeld zal bevorderen.
We hebben wel ernstige vragen bij de regels voor aanmelden en inschrijven die specifiek voor de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal werden ontworpen. Die doen volgens ons geen recht aan het uitgangspunt dat dove en slechthorende kinderen de primaire doelgroep vormen.
Daarnaast formuleren we ook nog enkele andere aandachtspunten.
Onze aanbevelingen bij dit ontwerp van decreet:
- Bevorder het gebruik van een gezamenlijke aanmeldingsprocedure, waarin ouders zowel voor een taalafdeling Nederlands-VGT als voor het gewone onderwijsaanbod kunnen kiezen. Zorg in dat verband voor de nodige aanpassingen aan het Vlaams Aanmeldsysteem die (a) voor ouders het onderscheid tussen beide opties helder maken en die (b) initiatiefnemers van de aanmeldprocedure toelaten om voor de taalafdeling Nederlands-VGT een geëigende voorrangsregeling en combinatie van ordeningscriteria te implementeren.
- Werk voor de taalafdeling Nederlands-VGT een betere voorrangsregeling uit waarin, met de nodige geëigende subordening binnen elke voorrangsgroep, achtereenvolgens voorrang gegeven wordt aan:
1) dove en slechthorende leerlingen,
2) horende kinderen met een doof of slechthorend gezinslid,
3) kinderen uit dezelfde leefentiteit als leerlingen die al naar die school gaan,
4) kinderen van personeelsleden van de school.
- Beperk de afwijkende regeling in art. 25, 2° in het ontwerp van decreet tot zittende leerlingen die zelf doof of slechthorend zijn of die een doof of slechthorend gezinslid hebben. Geef de andere zittende leerlingen die, van zodra het voor hen mogelijk wordt, de overstap willen maken naar de nieuw opgerichte taalafdeling Nederlands-VGT in hun school, eenmalig dezelfde voorrangsstatus als kinderen die al een broer of zus op de school hebben en laat hen daarmee deelnemen aan de gewone voorrangsperiode voor de taalafdeling Nederlands-VGT of aan de aanmeldprocedure.
- Werk een regeling uit die het mogelijk maakt nauwkeurig bij te houden hoeveel dove en slechthorende leerlingen naar school gaan in een taalafdeling Nederlands-VGT.
- Zoek naar mogelijkheden om een goede geografische spreiding van de taalafdelingen Nederlands-VGT te kunnen realiseren.
- Geef elk kind met een beperking recht op mobiliteitsondersteuning op maat, ongeacht of het naar school gaat in het buitengewoon of in het gewoon onderwijs.
- Organiseer wetenschappelijk onderzoek dat de verschillende wijzen waarop scholen de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal vormgeven, in kaart brengt en dat nagaat of er verschillende effecten zijn op de leerresultaten van de betrokken kinderen en op de sociale inclusie van dove en slechthorende kinderen in de school.
- Onderzoek de mogelijkheid om voor dove of slechthorende anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 18 jaar in het secundair onderwijs een aangepaste vorm van onthaalonderwijs uit te bouwen, gebaseerd op de principes van de taalafdeling Nederlands-VGT in het gewoon basisonderwijs.
Bekijk de tekst
Bezorgd
We bezorgden dit advies op 22 maart 2024 aan de Vlaamse volksvertegenwoordigers van het Vlaams Parlement en bevoegde minister.